Foto genomen op 5 maart 2009

donderdag 2 oktober 2008

Level 2

Hieronder kun je lezen welke oefeningen er allemaal bij level 2 horen.

Alle oefeningen zijn verplicht om voor het level te slagen.

1. KOM -Hond komt vanaf 10 meter met niet meer dan 2 commando's (stem, lichaamstaal of handsignaal). De hond mag tevoren in een 'wacht' worden gezet of door iemand vastgehouden worden. De hond moet dichtbij genoeg komen om hem rustig te kunnen pakken, zonder van de plaats te komen. Voorkomen of een zit is NIET noodzakelijk.

3. BENCH –hond gaat in de bench op niet meer dan twee commando’s (stem, lichaamstaal, handsignaal) en blijft in de bench terwijl de deur gesloten en weer geopend wordt. Geen gejank/geblaf of potengekrabbel..

4. AFSTANDSOEFENING – de hond gaat om een paaltje of een ander object op een halve meter afstand in niet meer dan twee commando’s.

5. LIGGEN – de hond gaat vanuit zit liggen op slechts 1 commando. De trainer mag wel de hond zijn naam zeggen voor het commando om de hond zijn aandacht te krijgen. Deze oefening moet gedaan worden zonder beloning of clicker of ander trainingsmiddel in de testruimte.

6. BLIJVEN LIGGEN - hond gaat liggen en blijft liggen terwijl de trainer 5 meter wegloopt en weer terugkeert. Extra commando’s onderweg mogen en een “officiele terugkeer” hoeft niet,

9. NAAR JE PLAATS – de hond gaat naar zijn mat, mand, of pauzetafel over een afstand van zo’n 1 ½ meter, 2 commando’s 2 x stem, stem en lichaamstaal, etc.

10. HANTEERBAARHEID – de baas kan de hond zijn oren, staart en voeten betasten /controleren met minimale tegenwerking van de hond. Dit mag zowel op tafel als op de grond.

12. HUISWERK - beschrijf de 4 componenten van operante conditionering en geef de definitie van versterking en straf.

15. LOSSE LIJN – trainer staat op 1 plek terwijl de hond de lijn loshangend houdt voor de duur van 1 minuut met 1 afleiding. Baas mag wel commando’s gebruiken maar niet die voor attentie, volg/voet, zit, af, sta of blijf. Doel van de oefening is dat het voor de hond een automatisme wordt de lijn loshangend te houden. De hond hoeft de trainer niet aan te kijken.

19. ZIT – de hond gaat zitten vanuit stand op slechts 1 commando. De baas mag voor het commando de hond zijn naam zeggen om zijn aandacht te verkrijgen. Deze oefening moet gedaan worden zonder beloning of clicker of ander trainingsmiddel in de testruimte.

20. BLIJVEN ZITTEN - de hond zit en blijft zitten terwijl de trainer 5 meter wegloopt en weer terugkeert. Onderweg mogen extra commando’s gegeven worden en een “officiele terugkeer” is niet nodig.

21. STA – hond gaat staan vanuit zit of lig op maximaal twee commando’s, 2 x stem, stem en handsignaal, stem en lichaamstaal, lichaamstaal en handsignaal, etc.

22. BLIJVEN STAAN – de hond blijft in stand zonder zijn poten te bewegen voor de duur van 10 seconden. Begeleider mag maar hoeft de hond niet te verlaten. De geleider kan zowel naast als voor de hond staan.

23. TARGET – de hond raakt het gemarkeerde uiteinde van een targetstok aan met zijn neus op slechts 1 stemcommando, waarbij de presentatie van de stok zelf natuurlijk als 2 commando erbij komt.

24. TRUC – De hond voert een kunstje op naar baas zijn eigen keuze. Het mag heel simpel zijn.

25. OOGCONTACT – de hond kijkt baas aan en houdt oogcontact voor de duur van 10 seconden met niet meer dan 2 commando’s. Geen lichaamstaal anders dan het naar de hond kijken.

26. ZEN – de hond blijft 5 seconden van een voertje af dat de trainer in zijn hand heeft en aansluitend 10 seconden van het voertje op stoel of bank. Nier meer dan 2 commando’s per gedraging en de trainer mag het voertje niet afschermen. Het is de bedoeling dat het voertje op neushoogte wordt aangeboden.

Geen opmerkingen: