Foto genomen op 5 maart 2009

dinsdag 14 oktober 2008

Level 3

Hieronder de beschrijvingen van de oefeningen in dit level.

1. KOM – De hond komt over een afstand van 10 meter vanauit een groep door elkaar lopende mensen op slechts 1 commando. De hond mag op een “blijf” gezet worden of door iemand worden vastgehouden. Een officiele voor of zit is niet nodig.

2. RAAKVLAKKEN – De hond loopt over een vlakke plank met de click op of net na het contact met de het raakvlak.
Deze oefening is optioneel, hond en trainer moeten er wel een aantal van halen voor de test maar de trainer kan zelf een keuze maken aan de hand van welke trainingsrichting hij straks uit wil gaan. Om level 3 te halen moet de hond voor minimaal 4 van de 8 optionele oefeningen slagen.

3. BENCH – De hond gaat op slechts 1 commando de bench in en blijft daar kalm voor de duur van 1 minuut terwijl de deur gesloten is.

4. AFSTAND – De hond gaat op 1 commando om een paaltje over een afstand van 1 meter.
Deze oefening is optioneel, hond en trainer moeten er wel een aantal van halen voor de test maar de trainer kan zelf een keuze maken aan de hand van welke trainingsrichting hij straks uit wil gaan. Om level 3 te halen moet de hond voor minimaal 4 van de 8 optionele oefeningen slagen.

5. AF – De hond gaat liggen vauit de zit op slechts 1 commando met de trainer op 2 ½ meter afstand. De hond mag iets van zijn oorspronkelijke zitplek verschuiven, maar wel direct op het commando reageren.
Deze oefening moet getest worden in een ruimte of omgeving zonder dat er direct een beloning of clicker te ontdekken is voor de hond.

6. AF EN BLIJF – De hond gaat liggen en blijft liggen terwijl de trainer 5 meter wegloopt, 1 minuut blijft staan en dan weer terugkomt. 1 commando voor gaan liggen, twee voor het liggen. Er is 1 milde afleiding.

7. VOET/NAAST – De hond is in staat om oogcontact te houden terwijl de trainer rustig stappend linksom zijn as draait.

8. VOOR- De hond raakt 3 keer op rij de centrale lijn van de frontraydiagram (zie files), met niet meer dan 5 pogingen. Je mag zoveel commando’s geven als je wilt maar je mag de hond niet helpen/lokken./sturen. De hond moet weten wat correct is. Een zit is niet noodzakelijk. Begin de oefening met de hond op 1 ½ meter afstand voor de trainer.

9. NAAR JE PLAATS – De hond gaat op 1 commando naar zijn plaats (mand, bed, etc.) over een afstand van 1 ½ meter en gaat op 1 commando liggen en blijft zonder nog meer commando’s probleemloos 1 minuut liggen.

10. HANTEERBAARHEID – De hond plast/poept op commando. Tester moet de hond daar niet meer dan 2 minuten voor toestaan, nadat het eerste commando is gegeven.
Deze oefening is optioneel, hond en trainer moeten er wel een aantal van halen voor de test maar de trainer kan zelf een keuze maken aan de hand van welke trainingsrichting hij straks uit wil gaan. Om level 3 te halen moet de hond voor minimaal 4 van de 8 optionele oefeningen slagen.

11. VOLGEN – De hond volgt OF een rechtsomkeert met oogcontact OF een showringrechtsomkeert zonder lijn en zonder oogcontact. Met of zonder oogcontact moet voor de oefening begint worden aangegeven

12 HUISWERK – Geef 10 redenen waarom een hond een gevraagd gedrag niet uitvoert.

15. LOSSE LIJN - De hond loopt 10 meter rechtuit mee aan een slaphangende lijn met niet meer dan twee commando’s en er is 1 afleiding. De commando’s mogen op elk moment tijdens de test worden gegeven.

16. ONDERWEG- De hond moet alle oefeningen van level 1 in een voor hem vreemde omgeving uitvoeren.

17. APPORT - De hond raakt met neus (neustarget) 4 verschillende objecten aan waaronder een dummy. 1 commando per item.
Deze oefening is optioneel, hond en trainer moeten er wel een aantal van halen voor de test maar de trainer kan zelf een keuze maken aan de hand van welke trainingsrichting hij straks uit wil gaan. Om level 3 te halen moet de hond voor minimaal 4 van de 8 optionele oefeningen slagen.

18. NEUSWERK – De hond vindt een snoepje dat onder een lapje of kopje verstopt is.1 zoekcommando.Deze oefening is optioneel, hond en trainer moeten er wel een aantal van halen voor de test maar de trainer kan zelf een keuze maken aan de hand van welke trainingsrichting hij straks uit wil gaan. Om level 3 te halen moet de hond voor minimaal 4 van de 8 optionele oefeningen slagen.

19. ZIT - De hond gaat vanuit stand zitten op slechts 1 commando met de trainer op 2 ½ meter. De hond mag iets van zijn plek afraken maar moet wel direct op het commando reageren.
Deze oefening moet getest worden in een ruimte of omgeving zonder dat er direct een beloning of clicker te ontdekken is voor de hond.

20. BLIJVEN ZITTEN - De hond blijft zitten terwijl de trainer 5 meter wegloopt, 30 seconden wacht en dan terugkeert. 1 commando voor de zit en 2 voor de blijf, 1 milde afleiding.

21. STA - De hond staat vanuit zit op 1 commando. Dit kan zowel naast de trainer als met de trainer ervoor.
Deze oefening moet getest worden in een ruimte of omgeving zonder dat er direct een beloning of clicker te ontdekken is voor de hond.
Deze oefening is optioneel, hond en trainer moeten er wel een aantal van halen voor de test maar de trainer kan zelf een keuze maken aan de hand van welke trainingsrichting hij straks uit wil gaan. Om level 3 te halen moet de hond voor minimaal 4 van de 8 optionele oefeningen slagen.

22. STA en BLIJF – De hond blijft zitten (ja klopt Zit!) voor betasten: de tester raakt het hoofd en lijf aan.

23. TARGET – De hond wijst met neus of poot een plek op de grond aan over een afstand van zo’n 2 ½ meter, met niet meer dan twee commando’s. Een “kijk eens” commando voor het sturen mag wel.
Deze oefening is optioneel, hond en trainer moeten er wel een aantal van halen voor de test maar de trainer kan zelf een keuze maken aan de hand van welke trainingsrichting hij straks uit wil gaan. Om level 3 te halen moet de hond voor minimaal 4 van de 8 optionele oefeningen slagen.

24. KUNSTJE - De hond voert een door de trainer gekozen kunstje op dat aangeleerd is door middel van “shaping”.

25. OOGCONTACT - De hond zoekt het gezicht van de trainer en houdt 30 seconden oogcontact. Er mogen zoveel commando’s als nodig worden gegeven. Blik mag heel even afdwalen maar de hond mag niet wegstaren

26. ZEN – De hond blijft 20 seconden van iets lekkers in de hand van een onbekende af, 1 commando. De vreemde mag de hond niet verleiden maar ook het lekkertje niet beschermen. Schijnbaar, want het is wenselijk dat de hond zich niet voor het verkeerde gedrag kan belonen, noch dat de hond het alsnog krijgt na de test.

Geen opmerkingen: