12 Huiswerk Level 2

12 Huiswerk: Beschrijf de vier componenten van operante conditionering en geef de definitie van versterking en straf.

Bij het volgen van de levels zit er ook wat huiswerk voor het baasje bij. Het is de bedoeling door dit te doen, je zo nog meer leert over clickertraining.

Na wat lezen hier en daar heb ik het volgende opgeschreven:

Versterking is iets wat je doet om een gedrag te veranderen en je doet het op het moment dat het gedrag nog gaande is of net erna. Er is een positieve versterking en een negatieve versterking. Beide hebben de bedoeling om een gedrag in de toekomst te laten herhalen/versterken.

Positieve versterking is iets toevoegen wat diegene die het gedrag doet, als positief ervaart.
Negatieve versterking is iets wegnemen wat diegene die het gedrag doet, als negatief ervaarde. Dus niet leuk vond. En het dus prettig vindt dat het weggehaald wordt.

Beide zullen dus als resultaat hebben dat het gedrag hoogstwaarschijnlijk zal worden herhaald of krachtiger wordt.

Straf is iets wat je doet om een gedrag in de toekomst te laten verminderen. Er zijn twee verschillende soorten straf.

Positieve straf is als je iets toevoegt wat degene die het gedrag uitvoert niet leuk vindt (Degene ervaart het dus als iets niet prettigs).
Negatieve straf is als je iets wegneemt wat degene die het gedrag uitvoert leuk vond. En dat dus niet leuk vindt als het weg wordt genomen.

Beide zullen dus al resultaat hebben dat het gedrag hoogstwaarschijnlijk af zal gaan nemen.

Een goede versterking en een goede correctie vindt binnen 0.4 seconden plaats na het gedrag waar het om ging.

De clicker heeft daarom dus ook echt een voordeel boven het geven van enkel lekkers. Met de clicker kun je namelijk beter en sneller timen. Het geven van het lekkers duurt vaak wat langer dan die 0.4 sec.

(En de hond is bezig om je te laten clicken, niet om het voer te pakken te krijgen.)
Je moet natuurlijk de hond wel eerst leren dat de click is leuk/lekkers betekent. Maar als de hond dit weet, kun je de clicker goed gebruiken om de hond te leren welk gedrag precies beloont wordt. Je kunt er heel precies mee werken, bijvoorbeeld je kunt met de clicker zelfs de hond leren om met een oor te trekken. (Probeer dat maar eens met alleen iets lekkers...)

En voor Tom is dit een heel leuk denkspelletje. Wat levert de click op... en dan mij maar laten clicken.... De oefeningen worden daardoor ook echt leuke oefeningen om te doen.

Het is belangrijk te beseffen dat diegene die het gedrag uitvoert, in dit geval dus mijn hond Tom, degene is die bepaalt of iets als positief of negatief ervaren wordt!

Ook de omstandigheden kunnen daar invloed op hebben. Als Tom zijn buik vol heeft vindt hij iets lekkers waarschijnlijk minder leuk. En binnen vindt Tom een heerlijke knuffel fijn, buiten meestal niet zo. Binnen vindt hij een bepaald snoepje leuk, maar buiten niet. Maar een trekspelletje vindt hij bijna altijd wel leuk.

Wat ik ook heb geleerd is om vooral rekening te houden met/gebruik te maken van dingen die Tom leuk vindt, die buiten zomaar gratis te verkrijgen zijn. Bijvoorbeeld snuffelen/plassen.

Je kunt dit namelijk gaan gebruiken als een beloning/versterking wanneer Tom gedrag geeft wat ik graag wil. Loopt hij keurig netjes mee. Krijgt hij een seintje rennen we samen naar een stuk gras toe en mag hij lekker snuffelen etc. Vindt Tom super!

Het is ook belangrijk om rekening te houden met versterkingen/correcties die uit de omgeving kunnen komen, die jij niet zelf in de hand hebt.

In de omgeving kunnen er dingen gebeuren die invloed kunnen hebben op het leerproces van je hond. Bijvoorbeeld een harde knal, net op het moment dat de hond gaat liggen op jouw af commando. De hond schrikft, en koppelt de harde knal, de schrik/angst aan het gaan liggen en weigert de volgende keer te gaan liggen. Of de hond reageert niet op jouw hier commando, en vindt vervolgens een zakje met een boterham en eet dat lekker op. De hond heeft nu geleerd dat gaan snuffelen als het hier commando klinkt hem iets op kan leveren!